Op basis van het raadsbesluit van de gemeente Leudal van 2 oktober 2007 (besluitnummer 19) keurt
het college van Gedeputeerde Staten van Limburg op 22 januari 2008 het bestemmingsplan
"Partiële herziening Uffelse molen te Haler" goed. Het plan voorziet in een verbreding van de woonfunctie
met sociaal-cultureel en kleinschalig recreatief en horeca medegebruik van de gebouwen en directe omgeving van
de Uffelse molen.
Los van wijziging van het bestemmingsplan is van meet af aan duidelijk dat het gebouwencomplex aan een ingrijpende
restauratie toe is. In 2006 stelt de landelijke overheid tijdelijk extra restauratiegeld beschikbaar. In korte
tijd moeten allerlei onderzoeken worden gedaan, tekeningen en bestekken worden gemaakt, kostencalculaties opgesteld.
Gezien de zeer beperkte tijd waarbinnen alles moest worden aangeleverd bij de rijks overheid en de benodigde
bouw en restauratievergunningen, kon geen integraal plan van aanpak worden opgesteld. Volstaan moest worden
met omschrijving van die werkzaamheden, die op korte termijn nodig waren voor het behoud van de constructie.
De uitwerking van de overige werkzaamheden zou zoveel extra tijd kosten, dat de aanvraag niet op tijd
zou kunnen worden ingediend.
Dankzij een unieke en uitermate voortvarende eensgezindheid van alle betrokkenen is het gelukt om de aanvraag op
tijd en voorzien van de benodigde vergunningen ingediend te krijgen bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en
Monumenten (RACM), tegenwoordig Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed . Helaas werd de aanvraag niet gehonoreerd omdat de regeling op voorhand reeds was overvraagd.
Zekerheidshalve was ook een beroep gedaan op het Provinciaal Restauratie Uitvoeringsprogramma (PRUP) 2006 - 2011.
Deze aanvraag werd wel gehonoreerd. Op basis van de geraamde primaire subsidiabele restauratiekosten ad € 493.574,-
werd in oktober 2006 € 148.000 aan subsidie toegekend. Tevens werd door toekenning van de subsidie het mogelijk
een tweede hypotheek af te sluiten bij het Nationaal RestauratieFonds voor eenzelfde bedrag (€ 148.000,-)
onder gunstige voorwaarden.
De kosten en subsidie hebben uitsluitend betrekking op verbetering van het constructieve deel van het gebouwencomplex. Het zal duidelijk zijn dat daarnaast aanzienlijke werkzaamheden nodig zijn om de gebruiksfuncties te verbeteren en in overeenstemming te brengen met het beoogde gebruik.
In 2007 werd voor de overige werkzaamheden opnieuw een restauratie en bouwvergunning aangevraagd. Het ontwerp is met enkele kleine wijzigingen door de Monumentencommissie positief bevonden en heeft verder niet tot reacties of tot bezwaren geleid. Op 21 februari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders de vereiste
monumenten- en bouwvergunning verleend en kwamen alle lichten op groen te staan.
In augustus 2008 is gestart met de restauratiewerkzaamheden. De totale restauratie is verdeeld in vier fasen.
In fase I en II zijn alle constructieve verbeteringen en aanpassingen gerealiseerd en bestond voor het over grote deel uit alle uit te voeren grote bouwkundige werkzaamheden. Gestart is met de restauratie van de tiendschuur (fase I). In de eerste helft van 2009 werd fase I afgerond en kon worden gestart met de restauratie van het hoofdgebouw met woonhuis, watermolen en koestal. Eind 2009 liquideerde de eigenaar het aannemingsbedrijf. Door allerlei tegenslagen waarbij werkzaamheden onder andere aan het dak opnieuw moesten worden uitgevoerd, was fase II pas midden zomer 2010 gereed.
In fase III (2011 - 2014) zijn in eigen beheer een aantal kleinere projecten gerealiseerd. Daarin zaten de restauratie van het bakhuis en de varkensstal met uitzondering van de bakoven, de wagenschuur en de verdieping boven het woonhuis met zolder.
Het herstel van de buitenkant van het bakhuis en de varkenstal is in oktober 2012 voortvarend ter hand genomen. Door verzakking van de schaarse fundering dreigde het gebouw in te storten. Inmiddels is onder het gehele gebouw een degelijke fundering aangebracht en zijn de gescheurde muren opnieuw opgemetseld en voorzien van nieuwe, authentieke stalramen en deuren. In de winter 2013/ 2014 is de buitenzijde inclusief voegwerk en dak geheel gerestaureerd . Als laatste wens voor dit gebouw staat nog open het terugbrengen van de oude bakoven in functionele staat, zodat in het fruitseizoen vlaaien van letterlijk eigen bodem kunnen worden gebakken.
Het Waterschap Maas en Peelvallei heeft laten weten de herinrichting van de Uffelse beek bij de molen in de planning
te hebben opgenomen. Dit kan nog enige jaren op zich laten wachten, omdat herinrichting van de beek gevolgen heeft
voor de waterstand ook aan Belgische zijde. Tegelijkertijd zijn de Belgen van plan een aantal werkzaamheden
aan de beek uit te voeren, die consequenties hebben voor de waterstand ook aan Nederlandse zijde. Neemt niet weg dat het Waterschap heeft aangegeven, dat de Uffelse beek bij de molen weer gaat meanderen. Mogelijk dat dan ook een eind komt aan de sterk wisselende waterstanden en de slechte kwaliteit van het water.
Hopelijk zal op het moment dat de werkzaamheden aan de beek worden uitgevoerd, ook het waterrad worden gerestaureerd en het oude
sluisverdeelwerk worden teruggebracht. Hetzelfde geldt voor de betonnen ark waar alles op steunt. Dit is de laatste fase van het restauratieplan. Aangezien we hier volledig afhankelijk zijn van derden en aanvullende middelen, kunnen we op het moment dat u dit leest nog niet concreet realisatiedata noemen.
Overigens wil dit niet zeggen dat we dan klaar zijn met de herstelwerkzaamheden. De herinrichting van het binnen en buitenterrein staat eveneens hoog op de wensenlijst.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 26 maart 2022.