Pachters van de Uffelse molen waren achtereenvolgens H. Linsen,
de weduwe H. Linsen, J. Gielen en L. Verstappen, die in 1921 als hoogste bieder de nieuwe eigenaar
van de molenaar werd. Louis Verstappen verkocht in 1953 op zijn beurt weer de molen aan de pachter
Johannes Hubertus Gerardus Peeters (Sjeng). Mede eigenaar werden zijn broers landbouwer Sjir,
molenaar Wiel en zus Suzanne Maria Jacoba (Jeanne). Louis Verstappen overleed in 1957 en woonde
destijds bij de familie Peeters in. Molenaar Wiel Peeters stierf op 31 augustus 1997. Op 28 april
2003 verkoopt molenaarsweduwe Fien Peeters - Smeets de molen en aangehorigheden aan de van origine
uit Maastricht afkomstige John Klerkx.
Conflicten
De Uffelse molen is in de loop van de eeuwen regelmatig bron van conflict omdat de
banaliteit - verplicht graan laten malen - nogal eens ter discussie staat. Prijs, kwantiteit en kwaliteit van
de gedwongen malingen (molenrecht) en de hoogte van het water in de beek (stuwrecht) waren inzet van menig
geschil. In hoeverre de moedwillige brand in 1726 het gevolg is van één
van deze geschillen is niet duidelijk. In 1742 en in 1879 wordt de molen en het inmiddels
aangebouwde woonhuis opnieuw door brand getroffen en gedeeltelijk vernield.
Gebouw
Het gebouwencomplex bestaat uit een molen-, boerderij-, woongedeelte en kapel (sinds 1901).
Daarnaast is er een prachtige tiendschuur en een oud bakhuis, later uitgebreid met een varkensstal.
Oorspronkelijk bestonden de muren van de molen en de boerderij
uit baksteen, afgewisseld met mergelbanden of speklagen. Voor een klein
deel is dit buiten nog zichtbaar in de muur van het molengedeelte. Deze
bouwwijze met mergelbanden gaf de molen een bijzonder aanzien en bevestigt
haar rijk verleden. Daarnaast hadden deze speklagen ook een functionele betekenis. De groffe korrelstructuur van de mergel zorgde ervoor dat vocht makkelijk naar buiten kon.
De zijgevel boven het waterrad is in hout opgetrokken. Het woongedeelte
van het huidige complex is pas later tegen het boerderij gedeelte aan
de straatkant gebouwd.
De Uffelse molen heeft een onderslagrad en had een gebint met vier sluizen
dat in 1963 is afgebroken.
Het oorspronkelijke houten rad had een middellijn van 4,54 meter.
De watermolen had drie koppels stenen, die in een cirkel om het spoorwiel
van het houten gangwerk op de steen bedding lagen.
De afkoop van het waterrecht in 1961 betekende definitief het einde van
het door waterkracht aangedreven zijn van de molen. De vier sluizen van
de molen werden afgebroken, de beek iets verlegd en de molenwiel gedempt,
waarna het waterrad op het droge kwam. Het bestaande maalwerk werd uitgebroken
en vervangen door een hamermolen met een snellopende Güldner dieselmotor,
twee mengketels en een elevator (Jacobsladder). De huidige inrichting
van de molen. Tot einde 1983 werd hiermee bedrijfsmatig in de molen gemalen.
Sindsdien zijn de aanwezige installaties nauwelijks meer gebruikt met als gevolg dat deze meer en meer
in verval zijn geraakt. Dankzij deskundige hulp van vrijwilligers kon de hamermolen
in 2005 worden hersteld; in 2006 werd de Jacobsladder opnieuw gericht en gespannen;
en in 2007 wisten deskundigen vrijwilligers van het Openlucht museum Eynderhoof in Nederweert
Eynd de dieselmotor weer aan de praat te krijgen. Na de grote restauratie van de hoofdgebouwen
is in de zomer van 2011 de motor opnieuw gekoppeld aan de hamermolen. Vanaf dat moment
kan weer worden gemalen, helaas niet op waterkracht. Het is namelijk niet meer mogelijk
het waterpeil op het oorspronkelijke niveau terug te krijgen. Wel hebben inmiddels diverse
organisaties waar onder het Waterschap Maas en Peelvallei toegezegd mee te werken aan de herinrichting
van de Uffelse beek en het omliggende gebied. Een en ander gaat in de komende jaren worden
gerealiseerd. Het buiten aanzicht van de molen krijgt daarmee haar oorspronkelijk karakter
terug. De ligging wordt nog pittoresker dan nu al het geval is.
Toekomst
Met een dergelijke rijke historie en centrale rol in het vroegere dagelijkse leven ligt het voor de hand de molen ook in de toekomst een actieve
sociaal, culturele rol te laten vervullen voor zowel bewoners, verenigingen en organisaties uit de gemeentes Leudal en Kinrooi (België) als voor geïnteresseerden uit
de verre omgeving.
Bedoeling is de gebouwen en de omgeving - in nauwe samenwerking met de gemeente Leudal, Monumentenzorg, restauratie architect Teun Dorrepaal en historicus Leon Dentener - zoveel mogelijk hun oorspronkelijke vorm terug te geven met realisatie van een nieuwe gebruiksfunctie. Eind augustus 2008 is gestart met de grote restauratie van het gebouwencomplex. Anno 2015 resteert de restauratie van de bakoven, het binnen en buitenterrein en de buitenzijde aan de waterkant, inclusief waterrad, gebint en ark. Met name aan de waterzijde zijn we afhankelijk van externe partijen zoals het Waterschap en aanvullende financiële middelen, waardoor niet exact aan te geven is wanneer herstel kan gaan plaatsvinden. Neemt niet weg dat we 80% van de restauratieklus inmiddels hebben geklaard en zover zeer tevreden zijn met het behaalde resultaat.
Restauratiefonds
Met de restauratie zijn grote kosten gemoeid. Lang niet alle werkzaamheden zijn subsidiabel
en van het deel van de werkzaamheden dat subsidiabel is, werd 30% vergoed. Om restauratie toch mogelijk te maken is met name voor de restauratie van de
inrichting van het molengedeelte, daterend uit de dertiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw, een restauratiefonds gecreëerd. Ook uw bijdrage is - naast de inkomsten uit de horeca activiteiten - van harte welkom op rekening nummer 48.58.75.217 inzake restauratiefonds Uffelse Molen.
Het beoogde resultaat: een prachtig decor en een gastvrij onderkomen voor de liefhebbers van Limburgse historie.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 1 maart 2023.